Ze’ev Bar over Walter Bartfeld
Volgens Jehuda Bartfeld uit Ramat Gan, geboren in 1908 in Kolomeya, kwam de familie Bartfeld in de zeventiende eeuw uit Spanje naar Oost-Galicië (nu Oekraine), vestigde zich aanvankelijk in Lancyn aan de Prut en verspreidde zich vandaar naar o.a. Kolomeya, Milnida, Krasna, Rakovchik, Nadvirna en Diljatyn.
Toen de wereld nog niet zo dicht bevolkt was en mensen in kleine gemeenschappen leefden, kende men elkaar voornamelijk bij het patroniem, de vadersnaam: Jan, zoon van Piet, werd Jan Pieterszoon, later Jan Pieterse. Kwam een vadersnaam meermalen in dezelfde gemeente voor, dan voorkwam men verwarring door een nadere aanduiding naar beroep, plaats van herkomst of een lichamelijk kenmerk: Zeeman, van Delft, de Korte. Zo ontstond de beroemde Rembrandt Harmenszoon van Rijn. In Nederland bepaalde keizer Napoleon in 1811 dat iedereen binnen een jaar een vaste geslachtsnaam moest aannemen of behouden.
Een joodse jongen krijgt zijn naam, volgens oude traditie, tijdens de besnijdenis op de achtste dag na zijn geboorte. Het is een Hebreeuwse vadersnaam, zoals Mosje ben Sjelomo (Mozes zoon van Salomon), waarmee hij voortaan in de synagoge zal worden opgeroepen om uit de Thora voor te lezen. Vaak komt daar bij Asjkenasische Joden een jiddische roepnaam bij, b.v. Sjelomo Zalmen zoon van Benjamin Bieme. Ook hier onderscheidde men personen met dezelfde vadersnaam d.m.v. een nadere aanduiding: Samuel, zoon van Jacob (uit) Halberstadt en Samuel, zoon van Jacob Hoedemaker.
In 1787 vaardigde de tolerante en liberale Habsburgse keizer Joseph II een decreet uit volgens welk de Joden van Galicië en Bukowina vaste geslachtsnamen moesten aannemen, de eerste van dergelijke wetten in Europa. Deze hadden ten doel het heffen en innen van belastingen en het werven van joodse soldaten.
Familienaam
Wij zijn genoemd naar een plaats van herkomst: Bartfeld is de verduitste vorm van Bardfa, nu Bardiow, een middeleeuws stadje in NO-Slowakije dicht bij de grens met Galicië. De Hongaarse naam komt van het woord ‘bard’ (houthakker) en duidde het aantal bomen dat een man in een dag kon kappen. Het achtervoegsel ‘fa’ (boom) kwam later en ook werd ‘bard’ toen ‘bart’ voor gemakkelijker uitspraak. In Buitenveldert vond ik tot mijn verbazing een Bardfeld en hield dit voor een spelfout. Later ontdekte ik veel Bardfelds naast Bartfelds.
Naar Israël kwamen joden van heinde en ver met namen, die niet iedereen kon uitspreken of die niet in Hebreeuwse letters kunnen worden gespeld, zoals Schijveschuurder, Uijekruijer en Vischschoonmaker. Daarom en uit zionistische trots namen indertijd veel mensen mooie Hebreeuwse namen aan, die vaak iets van de klank of de betekenis van de oude naam bewaren (zie mijn artikelen in Misjpoge V:96-97; 6:13-15, 43-50). Ook ik liet mijn naam op 5 september 1967 officieel wijzigen in Bar. Mijn achterneef Michael was mij voorgegaan. De naam Bar bewaart een stukje Bartfeld en betekent ‘graan’, ‘eerlijk’ en ‘veld’. ‘Veld’ betekent hier ‘buitenshuis’, ‘in het wild’. In het Hebreeuws volgt het adjectief het substantief. Ze’ev (wolf) Bar is een ‘wilde wolf’. Zo ontstond onvoorzien mijn virtueel visitekaartje “wilde wolf, schaapherder”!
Terug naar mijn overgrootouders Zwi Hersch en Sara Bartfeld uit Krasna, van wie ik nagenoeg niets weet. Over de naam Zwi Hersch publiceerde ik in 1991 (Misjpoge, IV (3): 81-87) een artikel. In de zegenspreuk van aartsvader Jacob (Gen. 49:21) vergeleek hij zijn zoon Naftalie met een snelle hinde, d.i. een gazelle. De grote geleerde Rasji (1040-1105), die in zijn Franse omgeving geen gazelle kende, zag de ‘zwi’ aan voor een hert en deze ironische vertaling werd tot in recente tijden overgenomen. Dus werd de Bijbelse naam Zwi gevolgd door de jiddische roepnaam ‘Hersch’, die op zijn beurt leidde tot velerlei joodse geslachtsnamen, zoals Herschel (kleine Hersch), Heertje en Hartog. Zwi Hersch Bartfeld was de zoon van Joshua Ossias (c.1750 – c.1825) en Frima Mehr en overleed ca. 1900 in Kolomeya. Hij had een broer Shlomo ( Shloime), wiens nakomelingen ik van nabij heb gekend.
De schitterende portretfoto van hem en zijn vrouw Sara werd gemaakt in Leipzig in 1893 tijdens de choepa van hun zoon (mijn opa) Moshe (Moritz) en Ernestine Stoll. De foto werd jarenlang tentoongesteld in het Joods Museum van Tel Aviv als voorbeeld van de joodse costuumgeschiedenis. Sara draagt een decoratief ‘Brusttuch’ over haar blouse, van haar hals tot haar middel, vastgemaakt om haar nek met een paar bandjes en het onderste deel in haar rok gestopt. Om haar nek heeft ze een kanten kraag, een zgn. ‘Kraindel’. Ze heeft een schort om en over haar scheitl draagt ze een ‘Haarband’ (J.Jewish Art, 7:50-57,1980).
Zwi Hersch en Sara Bartfeld hadden in elk geval twee zonen. Beiden dienden lang in het Oostenrijkse leger. Julius (Duitse naam voor Jehoshua, dus genoemd naar zijn grootvader) werd later verzekeringsagent in Breslau in Silezië (nu Wroclaw in Polen) en onderhield tot zijn dood in 1925 goede contacten met zijn broer (mijn opa) in Leipzig. Dank zij deze goede contacten kwam ik in 1950 bij familie in Jeruzalem, waar Julius’ zoon Bernhard huisarts, later gynecoloog, was. Nog weer later raakten mijn vrouw en ik bevriend met zijn dochter Lea Bartal (de bekende choreografe) en zijn zoon Michael Bar.
Voornaam
Mijn moeder speelde vele jaren piano met speciale liefde voor Mozart. Toen ik eraan kwam, dacht ze aan de naam Wolfgang. Maar haar vader, mijn opa, uit Buczacz in Galicië, kneep zijn lippen dicht en zei dat hij die naam nog nooit had gehoord. Ik werd ingeschreven als Walter Bartfeld, ook een goede Germaanse naam. Tijdens mijn besnijdenis keek de moheel naar mijn vader en deze zei zachtjes ‘Wolf’, dus werd het Ze’ev. Toen ik als jong zionist op hachsjara in Gouda kwam, noemde ik me dus niet meer Walter, maar Ze’ev. Toen ik in 1950 op aliya naar Jeruzalem vertrok, kreeg ik van mijn goede vriend uit de padvinderij, Ootje Oxenaar, toen op de Academie voor Beeldende Kunsten te Den Haag, een door hem vervaardigd exlibris. Hij zou later de beroemde prof. R.D.E. Oxenaar worden, ontwerper van o.a. onze mooiste bankbiljetten (snip, zonnebloem, Spinoza etc.). Later veranderde ik in Israël officieel mijn familienaam Bartfeld in Bar in navolging van mijn familie in Israël.
De titel van dit verhaal is ontleend aan Spreuken 22:1